Mensen met een beperking zijn gemiddeld minder tevreden over hun woning dan mensen zonder een beperking. Dat blijkt uit de meldactie Wonen naar wens? van Ieder(in), Mind en de Patiëntenfederatie Nederland.
De lagere score komt doordat een deel niet zelf heeft kunnen kiezen voor de woning of woongroep. Er is dan voor ze gekozen door bijvoorbeeld de zorginstelling, een gemeentelijke instantie of een familielid.
Keuzevrijheid is een recht.
In het VN-verdrag Handicap – dat sinds 2016 in Nederland werkt– staat het recht op (zelfstandig) wonen beschreven. Volgens het verdrag moeten mensen met een beperking, zelf kunnen kiezen waar ze willen wonen en met wie. Uit de meldactie blijkt dat nog lang niet voor iedereen geldt. 16% heeft niet zelf voor de eigen woonruimte kunnen kiezen. Van de mensen die in zorginstellingen wonen, is dat zelfs 62%.
Zelfgekozen woning bevalt beter.
Daardoor zijn deze mensen vaak minder tevreden over de eigen woning en de woonomgeving. Liefst 34% is ontevreden met de woning. Bij de mensen die wel hebben kunnen kiezen, is dat rond de 10%.
Verhuizen
Mensen met een beperking willen dan ook vaker dan gemiddeld verhuizen. Men kan vaak niet verhuizen omdat er geen andere geschikte woningen zijn. Ook hogere kosten zijn een reden. En mensen zien op tegen alle moeite die een verhuizing kost.
Als mensen naar een woonomgeving verhuizen die echt passend is, levert dat veel op. Dit zegt bijvoorbeeld iemand die voor het eerst zelfstandig is gaan wonen: ‘Ik had eindelijk een plek voor mezelf, waarin ik zelf kon bepalen welke regels er waren’
Aanbevelingen.
Volgens het rapport moet de keuzevrijheid beter worden gerespecteerd. Zo zouden ook instellingen hun bewoners inspraak moeten geven in waar en met wie zij willen wonen. Verder pleiten de onderzoekers voor uitbreiding van het aanbod van geschikte woningen en woonvormen.
Dit bericht heeft 0 reacties