Werken

Raad van State: Aanpassing quotumwet tast geloofwaardigheid regels aan

De Raad van State is kritisch op het wetsvoorstel om overheidswerkgevers nog een jaar de kans te geven om onder het quotum voor arbeidsbeperkten uit te komen. Dat tast de geloofwaardigheid van de regels aan, vreest de raad. Dat blijkt uit het advies van de Raad van State over het wetsvoorstel waarmee het quotum ingevoerd zou moeten worden overheidswerkgevers.

Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zou haar plannen, en eigenlijk het hele stelsel, opnieuw moeten ‘doordenken’. Aldus de Raad van State. Er zijn dusdanig veel knelpunten in de wetgeving dat het nodig is om de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten ‘als geheel tegen het licht te houden’, stelt de Raad van State. ‘Welke bijdrage biedt de wet aan het werkelijk bieden van kansen aan arbeidsbeperkten?’, vraagt de adviseur zich af.

Uitstel voor overheid
Van Ark  wil de regels aanpassen om zo de overheidswerkgevers nog een jaar uitstel te geven voor de invoering van het quotum. Dat had eigenlijk dit jaar al ingevoerd moeten worden, maar sancties volgen er straks pas vanaf 2019. Ook wil Van Ark de mogelijkheid invoeren om het quotum weer uit te zetten. Als overheidswerkgevers alsnog een inhaalslag maken, dan betekent dat dat het quotum niet ingevoerd gaat worden. De Raad van State kan zich daar niet in vinden en wijst er ook op dat de doelgroep van de banenafspraak de afgelopen jaren al verbreed is. Dat zou het in theorie eenvoudiger moeten maken om de doelstellingen te halen. Nu telkens de regels voor het activeren van het quotum wordt aangepast als dat ingevoerd moet worden, schrijft de wetgevingsadviseur, ‘wordt (verdere) afbreuk gedaan aan de geloofwaardigheid van het instrument van de quotumheffing als stok achter de deur’.

Niet voldoende banen
Het wetsvoorstel is een reactie op het feit dat de werkgevers bij de overheid er in 2016 niet in zijn geslaagd om voldoende banen open te stellen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er was een achterstand van bijna drieduizend banen. In de Wet banenafspraak is bepaald dat er in dat geval een quotum in werking zou treden, met een boete van vijfduizend euro per niet-ingevulde baan. Omdat de marktsector de doelen de afgelopen jaren wel ruimschoots gehaald heeft, wordt het quotum daar niet ingesteld. Volgens de Raad van State is de wijziging ‘met name’ bedoeld ‘om de overheid zelf opnieuw uitstel te geven voor het nakomen van de verplichting. Dit klemt te meer daar de overheid haar deel van de banenafspraak niet heeft kunnen nakomen, terwijl het bedrijfsleven dit wel heeft gerealiseerd.’ Ook is niet duidelijk waarom de eerdere wijzigingen niet voldoende waren om de doelstelling toch te halen.

Te weinig
De komende jaren, tot 2024, moeten overheidswerkgevers in totaal 25.000 banen openstellen voor arbeidsgehandicapten. Eind vorig jaar hadden er volgens de banenafspraak 6500 moeten zijn. Maar de overheidswerkgevers bleven steken op slechts 3500 banen. Volgens Van Ark komt dat onder meer omdat de opgave voor de overheid relatief gezien groter is dan voor het bedrijfsleven. Sinds de invoering van de wet in 2015 is de doelgroep van de banenafspraak aangevuld met schoolverlaters uit het speciaal onderwijs en met personen die zonder begeleiding niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen, maar met begeleiding wel.

Dit bericht heeft 0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *