Studenten met een beperking kregen tot 2015 een vaste toeslag. Nu gemeenten erover gaan, lopen de bedragen flink uiteen. Van de ene gemeente krijgen ze een veel hogere bijdrage in hun levensonderhoud dan van de andere. De studietoeslag loopt uiteen van een paar tientjes per maand tot meer dan 300 euro.
Minimumbedrag
Zo kan het gebeuren dat twee gehandicapte studenten in dezelfde klas uiteenlopende bedragen ontvangen, omdat ze in verschillende gemeenten wonen.
Dat blijkt uit een inventarisatie van CNV Jongeren en de Landelijke Studentenvakbond. Vandaag vragen ze de Vereniging Nederlandse Gemeenten om een minimumbedrag van 282 euro per maand voor studenten met een functiebeperking.
Moeilijker aan het werk
De gedachte achter de studietoeslag van gemeenten is dat studenten met een handicap of ziekte extra geld nodig hebben, omdat zij door hun beperking niet, of minder dan gezonde studenten, kunnen werken naast hun opleiding.Voor 2015 kregen studenten met een functiebeperking tot een kwart van het minimumjeugdloon. Dat was, afhankelijk van de leeftijd, minstens 170 euro per maand. Veel gemeenten geven nu minder. De 282 euro die de LSVb en CNV Jongeren voorstellen is een kwart van het gemiddelde minimumjeugdloon voor jongeren tussen 18 en 22.
Een op de tien
Volgens cijfers van Handicap+Studie, dat het hoger onderwijs adviseert over studeren met een beperking, heeft drie op de tien studenten een functiebeperking. Die varieert van zware migraine of een depressie tot ernstige reuma of blindheid. Een op de tien studenten zegt last te hebben van zijn beperking. Voor het mbo zijn geen cijfers beschikbaar.
Dit bericht heeft 0 reacties