Het College voor de Rechten van de Mens laat geen spaan heel van het kabinetsvoornemen om loondispensatie in te voeren. Het plan heeft zoveel nadelige gevolgen voor mensen met een arbeidsbeperking, dat het in strijd is met internationale verdragen. Er is maar een conclusie mogelijk: het loondispensatieplan moet van tafel.
Invoering van loondispensatie betekent een aantasting van de rechten van mensen met een beperking. Zij krijgen voor hun werk een inkomen onder het minimumloon, bouwen minder pensioen en WW op en ze krijgen met meer administratieve lasten te maken. Het kabinetsvoorstel treft nadrukkelijk mensen met een beperking. Volgens het College is het plan daarom niet in overeenstemming met het recht op gelijke behandeling. De nadelige effecten leiden er bovendien toe dat mensen met een beperking het idee hebben niet mee te tellen en niet voor vol te worden aangezien.
Nothing about us, without us
De loondispensatiemaatregel is onder meer in strijd met het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een handicap. Een belangrijk uitgangspunt in het VN-verdrag is Nothing about us, without us: besluit niets over mensen met een beperking, zonder hen daarbij te betrekken. Het college is daarom kritisch op de manier waarop het kabinet de loondispensatie lijkt te willen doordrukken. De bezwaren en argumenten van mensen met een beperking en hun vertegenwoordigende organisaties, zijn onvoldoende te zijn meegewogen.
Terug naar tekentafel
Het kabinet wil met loondispensatie de bureaucratische lasten van werkgevers wegnemen. Hiermee moet het aantrekkelijker worden om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Voor verwezenlijking van dit goede voornemen zonder verslechtering van de rechten van mensen met een beperking, zal de staatssecretaris terug moeten naar de tekentafel, aldus het College voor de Rechten van de Mens.
Dit bericht heeft 0 reacties